Kunstencentrum STUK
Het STUK heeft het Arenberginstituut in twee jaar tijd laten ombouwen tot het nieuwe onderkomen voor het Kunstencentrum STUK. Het resultaat is een geheel nieuw STUK-complex, een kunstencentrum van bijna 10.000 m2, met een totaal nieuwe ruimtelijke compositie en interne routing.
Nieuw leven
Het Arenberginstituut heeft tot in de jaren zeventig gediend als huisvesting voor de afdeling scheikunde van de K.U.L. Na de verbouwing is vooral het resultaat een complex dat een veelvoudig gebruik mogelijk maakt voor alle mogelijke vormen van podiumkunsten, muziek en beeldende kunsten. En bovendien is het complex een nieuwe publieke ruimte, volledig ingebed in de stad, een nieuw aantrekkingspunt in Leuven.
Een stad met vele huizen
Het ruimtelijk concept van het STUK-complex is het idee van een stad met vele huizen, een bonte mozaïek van verschillende plaatsen voor voorstellingen, producties, repetities, publieksopvang, cursussen en organisatie. Elke ruimte heeft een heel eigen karakter wat betreft sfeer, afwerking, maten, lichtval, uitzicht, ruimtelijkheid. Er zijn historische ruimten, gloednieuwe ruimten en vernieuwde ruimten. Daardoor is een neutraal, multifunctioneel complex vermeden, en ontstaat een caleidoscopisch labyrint van karaktervolle plaatsen, elk met hun eigen specifieke gebruiksmogelijkheden.
Patio als oriëntatiepunt
Het STUK-complex telt tien grote publiekszalen, elk toegesneden op een specifieke functie. De patio, een intieme binnenkoer, vormt het hart en oriëntatiepunt van het complex. Alle publieke zalen hebben een adres aan deze patio. Ze is ook het hart van een stelsel van publieke buitenruimtes, dat dwars doorheen het complex loopt, en een openbare stedelijke route vormt van de Naamsestraat tot aan de Schapenstraat. Dit netwerk van routes kriskras door het mozaïek, bevordert de informele ontmoetingen tussen artiesten, publiek, studenten en stadsbewoners. Een logistiek circuit verbindt de technische ruimten van de zalen, zonder de publieksstromen te kruisen.
Contrast tussen oud en nieuw
Bij de vernieuwing van het Arenberginstituut tot het Kunstencentrum STUK is uitgegaan van een aanpak waarin oud en nieuw door elkaar is verweven tot een spannend maar ook vanzelfsprekend geheel, zonder te vervallen in een historiserend pastiche. Door de eigenzinnige sculpturale volumeopbouw van de nieuwe delen, wordt het contrast tussen oud en nieuw aangezet. De volume opzet is zodanig, dat een rijk ruimtelijk stelsel ontstaat, wat een veelvoud aan gebruik mogelijk maakt.
Alice-in-Wonderland complex
Door de materiaalkeuze van rode baksteen voor de buitengevels van de nieuwbouw, worden de oude en nieuwe delen weer bij elkaar getrokken tot een vanzelfsprekend geheel. In tegenstelling tot het eenduidig en sobere materiaalgebruik van de buitenzijde, zijn de interieurs van het nieuwe STUK-complex zeer divers en uitbundig uitgevoerd. Er is gewerkt met zeer uiteenlopende materialen en afwerkingen, zoals bijvoorbeeld geolied beton met een zigzagpatroon in bas-reliëf, afgedopt met messing rozetten; gecapitonneerde zwartlederen wanden aangespannen met blinkende bolkopmoeren; zwarte geperforeerde luiken met rode velouren vulling; of kratten van ongeschaafd hout.
Oplevering | 2002 |
Projectteam | Willem Jan Neutelings, Michiel Riedijk, Jago van Bergen, Dirk Hendriks, Dimitri Meessen, Ute Schneider, Tania Ally, Marc De Bruyne, Piet Crevits en Bas Suijkerbuijk |
Opdrachtgever | STUK Kunstencentrum VZW |
Constructeur | Dirk Jaspeart |
Adviseur installaties | Roelandts & Rys bvba, Herent |
Bouwkunding aannemer | Van Hout |